Mozaïekmeesters schilderden met steentjes | Historianet.nl

2022-09-25 07:09:57 By : Mr. Andy Yang

Met afbeeldingen van duizenden kleine steentjes liet de antieke elite zien hoe rijk en beschaafd ze was. Mozaïekleggers maakten vloeren met motieven die even levensecht waren als schilderijen – en eeuwig meegingen.

Met afbeeldingen van duizenden kleine steentjes liet de antieke elite zien hoe rijk en beschaafd ze was. Mozaïekleggers maakten vloeren met motieven die even levensecht waren als schilderijen – en eeuwig meegingen.

Jim Irvine kijkt verbaasd naar de pas geoogste akker waar hij als kind zo vaak met zijn vader over gelopen heeft. In de zomer van 2020 is de nu 43-jarige ingenieur zelf met zijn kinderen op stap. Tussen de gele stronken ontwaart hij glinsterende, mysterieuze en overduidelijk zeer oude potscherven.

De ontdekking laat hem niet los, want waarom liggen er potscherven op een akker ver van de bewoonde wereld? Na overleg met het lokale museum gaat hij op onderzoek uit.

‘Ik groef een diepe geul en zat precies op de goede plek,’ vertelde Irvine naderhand aan de Britse BBC.

Als hij in de akker gaat spitten in het graafschap Rutland, zo’n 100 kilometer boven Londen, stuit hij op een sensatie. Ongeveer een meter onder het maaiveld komt een 1700 jaar oude mozaïekvloer tevoorschijn, die uniek is voor Engeland.

In 2022 is het hele 11 x 7 meter grote mozaïek opgegraven, en volgens kenners zijn de gedetailleerde motieven van het kunstwerk geïnspireerd op het klassieke epos Ilias van Homerus. Het vloermozaïek was het middelpunt van een inmiddels verdwenen Romeinse villa, waarvan de eigenaar zijn verfijnde smaak aan zijn gasten wilde tonen.

Het Rutland-mozaïek is een van de belangrijkste vondsten uit de oudheid in Engeland van de eeuw.

Toen het Rutland-mozaïek in de 2e eeuw werd gelegd, was de kunstvorm al duizenden jaren bekend. Mozaïeken worden weleens ‘eeuwige schilderijen’ genoemd omdat ze, anders dan de conventionele schilderingen uit de oudheid, nog steeds vrijwel intact zijn.

Duizenden stukjes steen en glas vormden betoverende en vaak zeer levensechte motieven. Mozaïekmeesters waren in heel de antieke wereld beroemd, en dankzij de Romeinen verspreidde de kunst zich van Noord-Afrika tot aan de noordelijkste grens van het Romeinse Rijk in Engeland.

Oorspronkelijk waren mozaïeken praktische bestratingen en vloeren. Zo zijn op Kreta binnen- en buitenmozaïeken gevonden uit de Minoïsche tijd rond 2000 v.Chr., gemaakt van gladde kiezels in een vlakke laag gips. De stenen kwamen waarschijnlijk van het strand of uit de rivier.

In die tijd hadden de mozaïeken geen motieven. De stenen werden gewoon neergelegd waar ze pasten en de voornaamste functie was een slijtvaste ondergrond.

Maar in de 8e eeuw v.Chr. ontstond er een nieuwe trend in Klein-Azië, waar rijke mensen mozaïekvloeren lieten leggen met grove geometrische patronen. Het was het begin van een artistieke revolutie.

Het idee verspreidde zich naar het Griekse vasteland, waar de Grieken verfijnde patronen ontwikkelden door zwarte en witte steentjes in ruiten en gestileerde golven te leggen. Meestal vormden witte steentjes het patroon en donkere steentjes de achtergrond.

De vroegste voorbeelden dateren uit de 5e eeuw v.Chr. en zijn gevonden in de oude Noord-Griekse stad Olynthos. Hier zijn kunstzinnige mozaïeken ontdekt in de huizen van welgestelde burgers.

In Olynthus is o.a. een vroeg mozaïek blootgelegd van de mythische Griekse held Bellerophon op zijn gevleugelde paard Pegasus.

Net als voorheen zijn de mozaïeken gemaakt van gladde steentjes uit de rivieren, maar uit opgravingen blijkt dat de Grieken nu ook afbeeldingen van dieren en mensen konden maken.

Kort daarop ging het Macedonische koninkrijk ten noorden van Olynthos zich militair en cultureel bewapenen. Koning Archelaüs verplaatste de hoofdstad naar Pella en vroeg de beroemde Griekse schilder Zeuxis zijn nieuwe paleis te versieren.

Boze tongen beweerden dat de koning veel geld uitgaf aan de decoratie, maar niets aan zichzelf:

‘Uit de hele wereld kwamen mensen naar Pella om het paleis te zien, maar niemand kwam om Archelaüs te zien.’

Wellicht onder invloed van Zeuxis’ muurschilderingen kreeg Pella in de 3e eeuw ook de meest geavanceerde en artistieke mozaïeken van die tijd.

Archeologen hebben bijvoorbeeld een gedetailleerd mozaïek gevonden van een hertenjacht, waarbij het motief dankzij geavanceerde technieken driedimensionaal oogt.

De Macedonische koningen investeerden veel in kunst en konden de beste mozaïekleggers van die tijd inhuren. Nu kunnen toeristen in de oude hoofdstad Pella de mooiste vroege Griekse mozaïeken zien, gemaakt van gladde kiezelstenen.

Een van de indrukwekkendste mozaïeken van Pella toont een hertenjacht. Het mozaïek, waarbij met inspiratie van de muurschilderingen uit die tijd met 3D-effecten is gewerkt, dateert uit de tweede helft van de 4e eeuw v.Chr. Het is het vroegste mozaïek waarvan we de kunstenaar kennen. Er staat op: ‘Gemaakt door Gnosis.’

Kenmerkend voor de mozaïeken van Pella is dat er piepkleine, gekleurde riviersteentjes werden gebruikt. En de beste kunstenaars maakten hun werken extra levendig door met donkerdere en lichtere tinten licht en schaduw aan te brengen.

Maar het mozaïek als kunstvorm stond nog maar aan het begin, want er zouden nog gedetailleerdere methoden komen. Weldra leken de indrukwekkendste mozaïeken op echte schilderijen.

In de 3e eeuw v.Chr. vonden mozaïekmeesters op onder andere het Griekse eiland Delos en in Alexandrië in Egypte een baanbrekende techniek uit. Met spitse hamers hakten ze kiezels tot piepkleine blokjes, tesserae.

Met die minuscule gekleurde stukjes steen en glas kon een ontwerp met immense precisie worden gelegd. Het resultaat waren mozaïeken die qua details en kleurenspel nauwelijks onderdeden voor een schilderij.

Met de Romeinse verovering van Griekenland vanaf 146 v.Chr. steeg de vraag naar de decoratieve stenen vloeren snel, want de elite van de nieuwe grootmacht rond de Middellandse Zee was dol op de Griekse cultuur.

Voor een Romein met geld was een Grieks mozaïek in huis het toppunt van stijl en verfijning – vooral als het motief was ontleend aan Griekse toneelstukken of mythen.

De mythische held Theseus en zijn strijd met de Minotaurus was een geliefd en herkenbaar motief in Romeinse villa’s van Sicilië tot aan Keulen aan de Rijn.

De grootste meesters van de mozaïekkunst waren in het hele rijk beroemd.

‘De voortreffelijkste in deze kunstvorm is Sosos van Pergamon,’ schreef de Romeinse geschiedschrijver Plinius de Oudere bijvoorbeeld in 77 n.Chr.

In de 2e eeuw v.Chr. was Pergamom een bolwerk van mozaïekkunst. Hier kwam Sosos vandaan, die een mozaïek maakte met badderende duiven. Het mozaïek werd talloze keren gekopieerd – ook in de villa van de Romeinse keizer Hadrianus.

Volgens Plinius was vooral één mozaïek, met badderende duiven, beroemd.

‘De duif die drinkt terwijl de schaduw van zijn kop op het water valt, oogst veel bewondering. Andere vogels fladderen rond de rand van de schaal en koesteren zich in de zon.’

Sosos’ duiven van rond de 2e eeuw v.Chr. werden steeds weer gekopieerd. Slimme kunstenaars uit heel de antieke wereld zochten het beroemde werk in Pergamon op om het motief op perkament na te tekenen. Daarna boden ze het ontwerp aan hun eigen klanten aan.

In de villa van de Romeinse keizer Hadrianus van bijna 200 jaar later ligt een mozaïek dat er hoogstwaarschijnlijk een kopie van is.

De methode met de kleine vierkantjes van steen of marmer was extreem bewerkelijk. Elk stukje moest precies in het motief passen. Sommige stukjes waren zo klein dat er een pincet aan te pas moest komen.

Leerlingen en gezellen maakten de sierranden van het mozaïek, bijvoorbeeld met golven of blokjes van zwarte en witte steentjes, terwijl de meester verantwoordelijk was voor het hoofdmotief, het emblema.

Met het emblema kon een mozaïeklegger laten zien wat hij kon. Het werd niet zoals de rest van het mozaïek ter plekke gemaakt, maar in de werkplaats. De steentjes werden uitgehakt en in een houten bak met mortel gelegd.

Het voltooide emblema werd naar het huis van de klant gebracht en midden in het mozaïek gelegd, in een verdieping met glad gemaakte randen die door de leerlingen was voorbereid. De beste mozaïekleggers konden emblema’s maken die de illusie wekten van een schilderij.

Het mozaïek ‘Zigeunermeisje’, dat werd gevonden in de ruïnes van de Romeinse nederzetting Zeugma in het huidige Turkije, is mozaïekkunst van topniveau.

‘We schilderen nu zelfs met stenen,’ zei Plinius de Oudere verbluft.

Sommige emblema’s waren zo klein en delicaat dat ze niet op de vloer werden gelegd, maar in een loden lijstje werden gevat, als een hedendaagse foto. Zo nam Julius Caesar als generaal emblema’s mee op zijn veldtochten en zette hij ze in zijn tent om ervan te genieten – en indruk te maken op bezoekers.

In 2020 vonden archeologen nabij Verona deze goed bewaarde mozaïekvloer uit de 3e eeuw.

De vaardigheid en ervaring van de meester ten spijt kon er bij de uitvoering van een mozaïek veel misgaan. De voorbereiding was essentieel, want de ondergrond van het mozaïek moest stevig en vlak zijn. Bij een oneffen ondergrond kon het mozaïek loslaten of barsten.

‘Er moeten zorgvuldige voorzorgsmaatregelen worden genomen om de duurzaamheid te verzekeren. Als het mozaïek gelijkvloers wordt gelegd, controleer dan of de ondergrond overal stevig is,’ schreef de Romeinse architect Vitruvius rond 25 v.Chr.

Een leerling of gezel stampte daarom eerst de aarde goed aan met een straatstamper – een zware houten stok met lood onderin. Ook de volgende lagen, van bijvoorbeeld scherven en mortel, werden aangestampt.

Als het mozaïek op een hogere verdieping werd gelegd, mocht er geen dragende muur onder staan, waarschuwde Vitruvius. De geringste beweging in de muur of vloer kon het mozaïek doen barsten.

Slechte buitenmozaïeken konden ‘krimpen door droogte, inzakken of verschuiven. En ook vorst en dauw zullen hun tol eisen,’ aldus de architect.

Mozaïeken rustten op een fundament van verschillende lagen. Op dit mozaïek uit Rome zijn de bovenste lagen duidelijk te zien. Het fragment is circa 1,5 m hoog en weegt honderden kilo’s.

Om fouten te voorkomen, krasten sommige mozaïekleggers het motief in de mortel. Vervolgens konden ze elk steentje goed leggen. Of ze huurden een schilder in om het motief eerst te tekenen.

Toch kwamen fouten voor. Op het beroemde mozaïek van Alexander de Grote uit 100 v.Chr. staan vier paarden, maar slechts drie stel paardenbenen. De mozaïeklegger zag waarschijnlijk een detail in de tekening over het hoofd.

Dit 5 meter lange mozaïek van Alexander de Grote in gevecht met de Perzische koning Darius lag in een villa in de stad Pompeï. Rechts zie je de hoofden van vier zwarte paarden. Maar de mozaïeklegger heeft een van de paarden geen benen gegeven.

Niet alle kunstenaars vonden dat ze een helpende hand nodig hadden.

‘Zonder schilder,’ pochte de mozaïeklegger Sabinianus op een mozaïek van een vrouw, dat is gevonden in de Romeinse provincie Africa.

Het portret onderging rond de 5e eeuw een hardhandige reparatie. Zo verdween de helft van de kleding van de vrouw, en het portret doet denken aan een kindertekening. Maar Sabinianus’ tekst, met steentjes in het mozaïek ingelegd, is als enige nog ongeschonden.

Onder keizer Trajanus in de 2e eeuw bereikte het Romeinse Rijk zijn grootste omvang, met provincies in Noord-Afrika, Europa en het Midden-Oosten. Naarmate de Romeinen volken en landen onderwierpen, groeide ook in de nieuwe provincies de interesse voor mozaïeken.

De mozaïeken werden steeds groter, en complexe geometrische zwart-witpatronen werden populair voor vloeren van bibliotheken, openbare badhuizen en administratieve gebouwen.

De kopers van de mozaïeken waren opvallend conservatief. Eeuwenlang kwamen dezelfde patronen en motieven terug – vooral goden, wilde dieren en mythologische thema’s waren in trek.

Een populair motief waren goden, die de ruimte of het beroep van de eigenaar weerspiegelden. Zo kreeg een reder een mozaïek van de zeegod Poseidon. Anderen kozen voor de god Dionysus (afbeelding) voor de eetzaal.

Motieven uit het dagelijks leven kwamen veel voor, zoals toneelspelers, vechtende gladiatoren of zelfs badende vrouwen. Scènes uit toneelstukken waren populair omdat ze lieten zien dat de eigenaar verfijnd was.

Jachttaferelen of leeuwen die een prooi doodden waren favoriete motieven, want de rijke Romeinen hielden van jagen. Maar de afbeeldingen kunnen ook duiden op een terugverlangen naar een eenvoudiger leven in harmonie met de natuur.

Geometrische mozaïeken die een optische illusie creëerden, waren erg gewild. Kunstenaars konden een mozaïek zo leggen dat het patroon van vierkanten en driehoeken driedimensionaal leek en de toeschouwer erin werd gezogen.

Kunstenaars met een goede reputatie reisden door heel het Romeinse Rijk. In het Noord-Franse Lillebonne is een mozaïek ontdekt dat is ondertekend met ‘T. Sennius Felix’. Volgens de kleine stenen lettertjes kwam deze mozaïeklegger uit Pozzuoli bij Napels – 1800 kilometer verderop.

Uit een grafschrift in Perinthos aan de Zee van Marmara blijkt dat de concurrentie tussen de meesters hevig was.

‘In vele steden triomfeerde ik over alle andere mozaïekleggers met mijn artistieke vaardigheden, gesteund door gaven van Pallas Athena,’ staat er.

Wat een mozaïek kostte, is onbekend. Maar volgens een decreet van keizer Diocletianus uit 301 mocht een mozaïeklegger maximaal 50 denarii per dag rekenen, plus kostgeld. Dat is evenveel als een voerman of een smid kreeg.

Daarbij moest de klant het salaris van de gezellen, leerlingen en steenhouwers betalen, plus de materialen van het mozaïek.

In 2016 werd op Cyprus dit inmiddels wereldberoemde, 26 meter lange mozaïek van Romeinse renpaarden gevonden.

Hoewel een mozaïeklegger maar half zo veel voor zijn werk kreeg als een portretschilder, werd zijn kunst wel gewaardeerd. Na decennia van verwoestende burgeroorlog besloot keizer Constantijn de Grote de Romeinse kunst en cultuur nieuw leven in te blazen.

In 337 stelde hij mozaïekleggers vrij van belasting, net als architecten, schilders en beeldhouwers. Dat zorgde ervoor dat de mozaïekkunst tot bloei kwam. In het christelijke Romeinse Rijk werd het daardoor algemeen gebruik om kerken te versieren met mozaïeken van heiligen en religieuze Bijbelse motieven.

Ergens in de 4e eeuw besloot een rijke Romein in Midden-Engeland de vloer van zijn villa te laten versieren met een mozaïek. Het resultaat bleek zo duurzaam dat het onderzoekers nu, zo’n 1700 jaar later, nog steeds verbaast.

Umberto Pappalardo: Greek and Roman Mosaics, Abbeville Press, 2012

Katherine Dunbabin: Mosaics of the Greek and Roman World, Cambridge University Press, 2001

Bonnier Publications International AS Postboks 543 1411 Kolbotn Norge Org. 977041066

Ja, ik ontvang graag de nieuwsbrief van Historia met inspirerende artikelen en reclame voor Historia per mail. Lees verder